Artsenkrant, Wie heeft de meeste invloed in onze gezondheidszorg?
Geplaatst op 15 april, 2016 om 00:00Internationaal heeft onze gezondheidszorg een goede naam. Ze wordt gemaakt en gedragen door mensen. De vraag is: door wie? Dat populaire Maggie (De Block), minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, de ranking aanvoert, is geen verrassing. Met in totaal 1.312 punten steekt ze er wel torenhoog bovenuit. Pag. 1 Artsenkrant, Reflecties over macht en invloed Wat leert ons de ranglijst die Artsenkrant liet opstellen over invloed en macht binnen de Belgische gezondheidszorg? Dat minister Maggie De Block op de eerste plaats staat, hoeft niet echt te verwonderen: van een federaal minister met die bevoegdheid mag een hoge score worden verwacht. Wat zeker opvalt, is het feit dat ze zeer autoritair en zo afgescheiden op die eerste plaats staat. Opvallend maar wellicht niet zo verrassend: in allerlei polls wordt minister De Block keer op keer tot ‘populairste politicus’ verkozen en over de partijgrenzen heen weerklinken positieve geluiden over haar beleid. Het feit dat ze bovendien arts is, en dus ‘met kennis van zaken’ spreekt, kan dit gegeven alleen maar versterken Pag. 2 Artsenkrant, 1 Maggie De Block Backbencher groeit uit tot sterkhouder. Een decennium lang was numero uno Maggie De Block (54) een verdienstelijk liberaal parlementslid. Ongetwijfeld heeft minister De Block haar succes te danken aan de manier waarop ze communiceert: ad rem, nuchter, en zonder kapsones. Pag. 4 Artsenkrant, Maggie De Block “Uiteraard vind ik het een hele eer om bovenaan deze lijst te staan. Die plaats is het resultaat van heel veel teamwerk. Samen met de deskundige medewerkers van mijn beleidscel en mijn administraties, maar ook met de vele geëngageerde zorgverleners op het terrein, wil ik de komende maanden en jaren verder bouwen aan een betaalbare, toegankelijke en kwaliteitsvolle gezondheidszorg voor al onze burgers. Daarbij ga ik steeds op dezelfde manier te werk, stapsgewijs en in overleg: eerst de analyse maken, dan een diagnose stellen en daarna een remedie uitwerken.” Pag. 4