Zieke zelfstandige moet opnieuw minder lang wachten op uitkering

Zelfstandigen die ziek worden of tegenslag hebben, kunnen straks sneller rekenen op een uitkering. Minister De Block halveerde de wachttijd, ook wel de ‘carensperiode’ genoemd, eerder al van één maand tot veertien dagen. De Kamercommissie Bedrijfsleven kort dit nu verder in naar zeven dagen. Wie langer dan zeven dagen ziek is, wordt bovendien al vanaf de eerste dag vergoed.
“Op die manier zijn zelfstandigen beter gewapend tegen inkomensverlies bij ziekte”, zeggen liberale kamerleden Nele Lijnen en Frank Wilrycx.
Sinds 1 januari 2018 is de carensmaand op initiatief van minister van Sociale Zaken Maggie De Block korter geworden (lees hier meer). Na een wachtperiode van twee weken hebben zelfstandigen daardoor al recht op een uitkering. “We hadden de wachttijd al ingekort en dat was positief”, stelt Lijnen. “Nu gaan we nog een stap verder. Momenteel heeft een zelfstandige die tien dagen uit is met een zware griep in die periode geen inkomen én geen uitkering. Dat geldt niet voor werknemers: zij hebben een gewaarborgd loon. Die oneerlijkheid zetten we recht met dit wetsvoorstel.”
Werkbaar systeem
De Kamercommissie Bedrijfsleven keurde vanmiddag unaniem het wetsvoorstel goed dat de carensperiode inkort tot zeven dagen. “We voegen daaraan toe dat zelfstandigen die langer dan zeven dagen ziek zijn bovendien al vanaf de eerste dag een uitkering ontvangen”, stelt Lijnen. Het voorstel bepaalt dat het niet mogelijk is om die uitkering retroactief aan te vragen. “Dit om te vermijden dat mensen misbruik zouden maken van het systeem”, stelt het liberale parlementslid.
Dit is opnieuw een stap in de goede richting. “Volgende legislatuur willen we werk maken van een gelijke sociale bescherming, ongeacht je statuut als werknemer, ambtenaar of zelfstandige”, besluit minister van Sociale Zaken Maggie De Block.