Een pan-Europees engagement voor een sterke gezondheid
Geplaatst op 10 september, 2021 om 09:40
“Ondanks herhaalde waarschuwingen over een pandemie, was de wereld niet voorbereid toen de coronacrisis eind 2019 voor het eerst opdook.” Dat is de belangrijkste conclusie van de pan-Europese Monti-commissie waar Maggie De Block lid van was.
“Het is van vitaal belang dat we leren van onze fouten, want we kunnen het ons niet veroorloven ze opnieuw te maken”, stelt Maggie De Block vast.
“Met de pan-Europese Commissie voor Gezondheid en Duurzame Ontwikkeling, geven we 7 doelstellingen mee hoe we dat kunnen bereiken, want de impact van de pandemie vergt een internationaal antwoord.”
Hoe kan de wereld er over waken dat een nieuwe catastrofe zoals de coronacrisis in de toekomst vermeden kan worden of indien een gezondheidscrisis zich voordoet, ze beter beheerd wordt? Op die vragen tracht de pan-Europese Commissie voor Gezondheid en Duurzame Ontwikkeling een antwoord te bieden.
De commissie is samengesteld uit voormalige ministers en vooraanstaande mensen uit de internationale en financiële instellingen en leiders uit de gezondheidswereld. De 20 leden zijn afkomstig uit de 53 landen van de WHO European Region. Een sterk team van wetenschappers ondersteunde de commissie in haar werkzaamheden.
Als voormalig minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid leverde Maggie De Block een belangrijke bijdrage aan het eindrapport. In verschillende aanbevelingen bracht zij accenten aan vanuit haar ervaring tijdens het beheer van de COVID-crisis in België en de Europese Unie. “De voorgestelde strategie en doelstellingen bestrijden de ongelijkheid, versterken het gezondheidssysteem en rusten belangrijke internationale organisaties uit met de nodige instrumenten”, aldus De Block.
Bestrijden van de ongelijkheid
Het economische beleid heeft jarenlang bijgedragen aan hoge niveaus van welvaart. De keerzijde van de medaille is de hoge mate van inkomensongelijkheid, onder-investering in sociale bescherming, precaire huisvesting en discriminatie. COVID-19 heeft deze ongelijkheden versterkt. Deze ongelijkheidskloof moet gedicht worden om de toenemende polarisatie in de samenleving te bestrijden en het vertrouwen te herstellen.
“De crisis trof vrouwen sterker dan mannen. Ze verloren sneller hun baan of vielen terug in traditionele rolpatronen. Er was een probleem van huiselijk geweld; dat werd pijnlijk duidelijk in de lockdownperiode. In sommige werelddelen betekende de coronacrisis voor meisjes het definitief einde van onderwijs. Door de vervrouwelijking van het medische beroep, stonden zij in in de vuurlinie voor het opvangen van de patiënten”, zo analyseert De Block de situatie.
Een sterk gezondheidssysteem met oog voor mentaal welzijn.
Een tweede belangrijke aanbeveling die het rapport doet en commissaris De Block onderlijnt, is de nood aan de verdere versterking van het gezondheidssysteem en dan met name het luik voor de geestelijke gezondheidszorg. Dergelijke voorzieningen verzekeren dat mensen met een ernstige psychische aandoening de juiste zorg krijgen en bijvoorbeeld niet onbedoeld in penitentiair toezicht terecht komen. Door goed in te zetten op mentaal welzijn, vermindert uiteindelijk de maatschappelijke kost. De Block geeft burn-out als voorbeeld. “We moeten in de eerste plaats vermijden dat het zover komt. Gebeurt het toch, dan moeten we deze mensen zo goed mogelijk begeleiden”, stelt ze.
“Een sterk gezondheidssysteem, veronderstelt ook het versterken van de gezondheidsmedewerkers,” vult De Block aan. De Commissie denkt daarbij aan maatregelen zoals een voldoende aantrekkelijke vergoeding, de erkenning van het beroep, loopbaanmogelijkheden in de sector…
Internationale instellingen met slagkracht: de WHO en een Global Health and Finance Board.
De commissarissen stellen vast dat de eerste reflex van veel landen op de pandemie het sluiten van geografische en economische grenzen was. Deze landen implementeerden geïsoleerde nationale reacties en negeerden internationale overwegingen. “COVID-19 heeft laten zien dat oplossingen voor één land niet voldoende zijn als het gaat om de verspreiding van overdraagbare ziekten in een hyper-verbonden wereld”, zegt De Block. Enkel gezamenlijk internationaal optreden kan dergelijke crisissen effectief aanpakken. De Block wijst op de dubbele benadering van de pan-Europese Commissie. “In de eerste plaats moet de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) betere instrumenten krijgen om gezondheidscrisissen te voorkomen en aan te sturen. Ten tweede is er nood aan een Global Health Board in de schoot van de G20.”
Een steutelrol voor een versterkte WHO
Europa is met 19 van de 25 meest verbonden landen het drukste kruispunt van de wereld. Deze unieke situatie maakt Europa de meest gevoelige regio voor verspreiding van ziekte en blootstelling aan gezondheidsbedreigingen. “We hebben dus baat bij een zo sterk mogelijke WHO in onze Europese regio,” zo weet Maggie De Block.
De WHO heeft een rol te spelen als pan-Europees Netwerk voor Ziektebeheersing. Niet alleen moet het surveillancesysteem van het Europese centrum voor ziektebeheersing ‘ECDC’ performanter, het moet ook uniform en interoperabel zijn met alle systemen van de 53 landen van de WHO pan-Europese regio. De Block illustreert: “Stel u voor dat er een uitbraak is van een ongekende ziekte in pakweg Oekraïne of Georgië. Dan moet dat bij voorkeur zo snel mogelijk geweten zijn in alle WHO Europese landen. Dergelijke dreiging stopt niet aan de buitengrens van de Europese Unie, zelfs al heeft de EU het beste gezondheidszorg systeem van de wereld.”
Naast dit netwerk moet de WHO voorzien in een pan-Europese Raad voor Gezondheidsbedreigingen. De WHO moet preventief en proactief optreden in kader van (ongekende) gezondheidsbedreigingen. Hierin moeten de ministers van Volksgezondheid nauw betrokken worden. Bij de erkenning van crisissituatie door WHO kan men de raad aanvullen met regerings- en staatsleiders. Zij moeten het politieke draagvlak verzekeren. Tot slot is er nood aan voldoende middelen en investeringen zodat de WHO de vele verwachtingen die van haar gevraagd worden, kan waarmaken. “De WHO is slechts zo sterk en effectief als haar lidstaten toestaan”, concludeert mevrouw De Block. “Als de wereldwijde gemeenschap serieus wil samenwerken in een geest van partnerschap en solidariteit om toekomstige noodsituaties op gezondheidsgebied te voorkomen en erop te reageren, dan moet de WHO worden versterkt.”
Global Health and Finance Board
Een tweede spoor op internationaal vlak om de wereld beter te wapenen tegen gezondheidscrisissen is de realisatie van een Global Health and Finance Board in de schoot van de G20. Dit orgaan -samengesteld uit ministers van Volksgezondheid en Financiën en aangevuld met leiders van de WHO – moet instaan voor de beheersing van de economische risico’s. Dit orgaan zal de sociale, economische en financiële gevolgen van gezondheidsrisico’s beoordelen, lessen trekken uit de ervaring met het netwerk voor het verduurzamen van het financiële systeem, klimaat- en biodiversiteitsinitiatieven die bijdragen aan gezondheid en het opschalen van private financiering voor gezondheid. De Global Health and Finance Board kan aangeven hoe de levering van mondiale publieke goederen voor gezondheid beter kan en hiervoor steun van de internationale gemeenschap verzamelen. Het orgaan kan risico’s beoordelen en zorgen voor paraatheid en reactievermogen tot gezondheidscrisissen, onder meer door het sneller vrijgeven van de nodige (financiële) middelen.
Time to act: opnemen van een internationaal engagement is een must.
“Met dit rapport wil de commissie een belangrijk signaal geven in de pan-Europese Regio én mondiaal. Het is tijd voor actie,” onderstreept De Block. Problemen en oorzaken die tot de crisis leiden in kaart brengen, is eenvoudiger dan het realiseren van het complexe proces van hervormingen en de implementatie van aanbevelingen. “Met ons werk reiken wij een voorbeeld aan hoe toch vooruitgang geboekt kan worden. Ten eerste is grensoverschrijdende samenwerking een cruciale succesfactor in zulk implementatieproces. Ten tweede moeten we een onverbiddelijke focus houden op transformatie en hervorming. We mogen ons niet laten afleiden om dat doel te willen bereiken. Vandaar koos de Commissie bewust voor een benadering die toelaat om engagementen tussen overheden af te spreken, eerder dan voor een volledige blauwdruk van een kant en klaar implementatieplan.” De WHO kan een leidende en coördinerende rol opnemen voor het implementatieproces van de aanbevelingen van de pan-Europese Commissie voor Gezondheid en Duurzame Ontwikkeling.
De strategie met de 7 doelstellingen en alle aanbevelingen werden in het eindrapport van de pan-Europese Commissie voor Gezondheid en Duurzame Ontwikkeling opgenomen: “Drawing light from the pandemic: A new strategy for health and sustainable development.”