Gents autobedrijf geeft goed voorbeeld met “aangepast werk” voor langdurig zieken

Geplaatst op 03 juli, 2015 om 00:00

Maggie De Block, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en Alexander De Croo, vice-premier en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecom en Post hebben vandaag een project re-integratie na lange ziekte of “aangepast werken” bezocht bij het bedrijf Volvo Cars in Gent.

Sociale Zaken werkt momenteel de praktische punten uit van een re-integratietraject voor langdurig zieken dat voor het einde van het jaar in voege zal treden. Nieuw aan dit traject is de multidisciplinaire aanpak door de adviserend én arbeidsgeneesheer samen.

Het Gentse autobedrijf Volvo Cars Gent voert sinds enkele jaren een actief beleid rond preventie en aangepast werk zowel voor mensen met een tijdelijke medische beperking als voor slachtoffers van een arbeidsongeval. Door de werkposten zo ergonomisch mogelijk in te richten en door regelmatig de operatoren te laten roteren, wil Volvo Cars Gent voorkomen dat haar medewerkers te belastend werk verrichten.

Maggie De Block: “De oplossing in een werkomgeving kan dus zeer eenvoudig zijn maar toch mensen opnieuw aan het werk helpen. Precies daarom bezoek ik dit bedrijf: op zoek naar goede voorbeelden die ook andere bedrijven op ideeën kunnen brengen. We luisteren naar de ervaringsdeskundigen: de mensen op de werkvloer en de mensen die de zaak hier organiseren.”

Volvo Cars kan een groot aantal mensen aangepast werk aanbieden, maar de praktijk leert dat het niet altijd eenvoudig is om iedereen een nuttige taak te geven aangepast aan zijn of haar medische situatie. Het is ook een bezorgdheid van het bedrijf dat dit alles de efficiëntie niet nadelig beïnvloedt.

Minister De Block heeft ook toelichting gekregen over de manier waarop het bedrijf de zaak aanpakt in zijn Zweedse fabrieken en waar goede resultaten behaald worden met de werknemers.

Arbeidsgeneesheer

Minister De Block werkt samen met het RIZIV een re-integratietraject voor alle langdurig  zieken “vooral omdat een job bijdraagt tot iemands gevoel van eigenwaarde en omdat je met een loon beter bent dan met enkel een uitkering”, aldus de minister.

Het re-integratietraject voor langdurig zieken is een project uit het regeerakkoord en staat in de programmawet van 19 december 2014. Het traject wil mensen aan het werk helpen; het is geen verplichting. Streefdoel is in 2016 op kruissnelheid raken met tienduizend trajecten en dit opdrijven naar twaalfduizend in 2017 en veertienduizend in 2018.

Tot nu toe oordeelt enkel de adviserend geneesheer of een langdurig zieke in aanmerking komt voor een re-integratietraject. De adviserend geneesheer stelt daarop al dan niet een geïndividualiseerd traject voor.

In het nieuwe systeem maakt de adviserend geneesheer nog altijd uit voor wie een re-integratietraject aangewezen is en voor wie niet. De daaropvolgende fase is nieuw: als de zieke in aanmerking komt voor re-integratie, dan zal de adviserend geneesheer contact opnemen met de arbeidsgeneesheer van het betrokken bedrijf omdat die een beter zicht heeft op de concrete mogelijkheden in het bedrijf.

Via een beveiligd elektronisch systeem zullen beide artsen relevante medische gegevens met elkaar kunnen uitwisselen. En die extra info moet de adviserend geneesheer een completer zicht geven op de problemen van de langdurig zieke. Daardoor zal hij, samen met de patiënt én de werkgever, een re-integratietraject kunnen uitstippelen dat optimaal is aangepast aan de mogelijkheden en de wensen van de zieke.

Als re-integratie bij dezelfde werkgever niet mogelijk is, dan wordt bekeken of de langdurige zieke elders in de sector aan de slag kan gaan. En als dat niet lukt, dan kan hij via een bijscholing – volledig terugbetaald door het Riziv – zijn carrière een andere wending geven. De gewestelijke beroepsinstellingen moeten de zieke begeleiden naar de juiste opleiding.