Hoe de ziekenhuishervormingen de patiënt ten goede komen

Alle mogelijke medische zorgen aanbieden aan zoveel mogelijk patiënten: dat was lange tijd het uitgangspunt van onze ziekenhuizen. Anno 2020 kan je zorg onmogelijk nog op die manier organiseren. Om patiënten de beste kwaliteit te kunnen garanderen, is samenwerking tussen ziekenhuizen absoluut noodzakelijk. Daarom maakten we er de afgelopen legislatuur een prioriteit van om ingrepen die veel expertise vragen alleen nog door gespecialiseerde centra te laten uitvoeren. Voor minder complexe zorg werken ziekenhuizen sinds kort samen in lokale netwerken.
Als patiënt heb je recht op de best mogelijke zorg, als burger mag je erop rekenen dat de overheid jouw belastinggeld op de best mogelijke manier inzet. Dat zijn de belangrijkste drijfveren geweest om de werking van onze ziekenhuizen anders te gaan organiseren. We hebben de afgelopen maanden en jaren verschillende hervormingen in gang gezet. Nu is het belangrijk om die voort te zetten.
Rode cijfers en verspilde middelen
Ziekenhuizen hebben elkaar jarenlang beconcurreerd om zoveel mogelijk patiënten aan te trekken. Maar als elk ziekenhuis iedere behandeling wil aanbieden, moet er ook overal geïnvesteerd worden in personeel, dure toestellen, infrastructuur… Dat is natuurlijk niet houdbaar. Veel ziekenhuisdiensten zien te weinig patiënten om rendabel te zijn. Dat heeft er mee voor gezorgd dat heel wat ziekenhuizen vandaag in de rode cijfers zitten. Door de middelen beter te besteden, komt er ruimte vrij om te investeren in een nieuw zorgaanbod voor de patiënt.
Doordat zorg op alle plaatsen wordt aangeboden, komt ook de kwaliteit van zorg onder druk te staan. Ja, om de hoek terechtkunnen voor een ingreep is aangenaam. Maar zorg in de nabijheid staat niet altijd gelijk aan goede zorg.
Goede zorg betekent zorg op de juiste plaats, op het juiste moment en door de juiste zorgverleners. Hoe kunnen we dat garanderen aan de patiënt? Niet door in elk ziekenhuis alle mogelijke behandelingen aan te bieden. Integendeel, dat kan zelfs nefast zijn voor de kwaliteit. De oplossing zit in een aanbod dat we op grotere schaal organiseren. Daarom hebben we de ziekenhuisnetwerken gecreëerd. Concreet komen er in België maximum 25 netwerken. Sommige zijn al officieel erkend, voor andere loopt de procedure nog. Binnen zo’n netwerk delen ziekenhuizen investeringen maar denken ze bijvoorbeeld ook na wie welke dienst het best aanbiedt.
Hoe ziet zo’n ziekenhuisnetwerk eruit?
Alle ziekenhuizen binnen een netwerk bieden algemene zorgen aan zoals courante chirurgie en een dagziekenhuis. Daarnaast is het de bedoeling dat ze onderling afspraken maken over het ander zorgaanbod. Niet elk ziekenhuis binnen een netwerk moet bijvoorbeeld een spoeddienst of materniteit openhouden, maar de patiënt moet voor die zorg wél altijd terechtkunnen binnen het netwerk in zijn of haar buurt. Bij de vorming van een netwerk hoort dan ook een aantal voorwaarden. Eentje daarvan houdt in dat ze geografisch logisch in elkaar zitten.
Door het zorgaanbod niet langer op individueel maar op netwerkniveau te organiseren, is het perfect mogelijk dat een bepaald ziekenhuis een kleine, verlieslatende dienst sluit en de activiteiten daarvan overhevelt naar een ander ziekenhuis binnen het netwerk. In de plaats kan het dan wel weer een andere dienst zien “groeien” doordat de andere ziekenhuizen van het netwerk hun diensten sluiten en overbrengen naar daar. De verwachting is dat de verschillende ziekenhuizen binnen een netwerk zich zullen focussen op bepaalde zaken. Zo zal ook hun expertise in die domeinen verhogen en de kwaliteit van zorg voor de patiënt verbeteren.
Complexe chirurgie concentreren: levensreddende maatregel
Naast de vorming van ziekenhuisnetwerken hebben we ook de concentratie van hooggespecialiseerde zorgen op gang gebracht. Het gaat over behandelingen die niet alleen uitermate complex zijn maar ook zeer weinig worden uitgevoerd. Het is al uitvoerig aangetoond dat je overlevingskans als patiënt groter is als je zo’n behandeling ondergaat bij zorgteam dat over voldoende ervaring beschikt. Om zeker te zijn dat de zorgteams die zo’n behandelingen uitvoeren over voldoende expertise beschikken, moet je het aanbod concentreren op een beperkt aantal plaatsen. Doe je dat niet, dan dalen de kwaliteit van zorg en bijgevolg de levenskwaliteit en de overlevingskansen van de patiënt.
Daarom kijken we voor dat soort zorg naar het minimum aantal behandelingen dat een zorgteam elk jaar moet uitvoeren om de best mogelijke kwaliteit te kunnen garanderen aan de patiënt. We baseren ons daar onder andere voor op de rapporten van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg. Vervolgens bepalen we op hoeveel plaatsen zo’n hooggespecialiseerde behandeling maximum mag aangeboden worden in ons land. Die concentratie van zorg is een levensreddende maatregel waar we de afgelopen legislatuur hard aan hebben gewerkt.
In 2019 hebben we die concentratie al doorgevoerd voor slokdarm- en pancreaschirurgie. De feiten spreken voor zich: hoe meer expertise een ziekenhuis heeft met de behandeling van slokdarm- of pancreaskanker, hoe hoger de overlevingskansen voor de patiënt.
Om een idee te geven: de overlevingskansen voor patiënten na deze ingreep ligt gevoelig hoger in centra die minstens 20 ingrepen per jaar uitvoeren. In 2016 en 2017 waren er 52 ziekenhuizen in ons land die slokdarmchirurgie uitvoerden. Van die 52 waren er slechts 4 (!) die 20 ingrepen per jaar haalden. Dat is vandaag niet meer mogelijk: als je slokdarmchirurgie moet ondergaan, weet je zeker dat jouw zorgteam minimum 20 ingrepen per jaar uitvoert. Dat verhoogt je overlevingskansen gevoelig.
Hogere kwaliteit van leven
Ook voor interventionele beroertezorg concentreren we het aanbod in een aantal hooggespecialiseerde centra. Het wettelijk werk hebben we afgerond. De volgende stap is dat de deelstaten expertisecentra erkennen. Opnieuw een belangrijke stap vooruit voor onze zorg: door de expertise te verhogen, kunnen we de levenskwaliteit van mensen na een herseninfarct gevoelig verhogen.
Diezelfde oefening moeten we maken voor een reeks andere hooggespecialiseerde behandelingen. Het Federaal Kenniscentrum heeft bijvoorbeeld al een rapport klaar over chirurgie bij longkanker en hoofd-halskanker en werkt achter de schermen aan een reeks andere rapporten. Hoe sneller er een nieuwe federale regering is, hoe sneller we die rapporten kunnen omzetten in positief beleid voor de patiënt.