Mobiele gezondheidstoepassingen: patiënt voelt zich beter ondersteund en nauwer betrokken
Geplaatst op 06 november, 2017 om 00:00De tussentijdse evaluatie van 24 proefprojecten met mobiele gezondheidstoepassingen wijst uit dat zowel patiënten als zorgverleners baat hebben bij het gebruik van de apps.
Maggie De Block, minister van Volksgezondheid: “De voordelen zijn duidelijk. Dankzij de opvolging vanop afstand voelen patiënten zich beter gesteund en nauwer betrokken. Tussentijdse consultaties via een app kunnen ook een terugval helpen voorkomen, en patiënten die een app gebruiken zijn vaak nauwer betrokken bij hun behandeling.”
Aandachtspunten zijn onder meer de inlogprocedure die soms te zwaar is en de mogelijkheid om gegevens te delen met andere zorgverleners.
Maggie De Block, minister van Volksgezondheid: “Mobile health is een jong domein dat het potentieel heeft om de zorg voor de patiënt sterk te vereenvoudigen en te verbeteren. Elke dag komen er nieuwe toepassingen bij, goede en minder goede. Om het kaf van het koren te scheiden en om de kwaliteit en de veiligheid van zorg te garanderen, is het belangrijk dat we nu een duidelijk regelgevend kader voor m-health uittekenen. De ervaringen via de pilootprojecten zullen ons daarbij helpen.”
De 24 pilootprojecten rond mobile health of m-health vallen onder te brengen in vier toepassingsgebieden in de zorg:
– de organisatie van de zorg, bijvoorbeeld de communicatie tussen zorgverleners en patiënten via een teleconsultatie;
– de ondersteuning van de diagnosestelling;
– de begeleiding van patiënten bij hun herstel en revalidatie;
– en patiëntenparticipatie of het actief betrekken van patiënten bij de behandeling.
Bij de tussentijdse evaluatie van de pilootprojecten eind oktober 2017 zijn enkele duidelijke voordelen en aandachtspunten naar voren gekomen. Minister De Block: “De pilootprojecten bevestigen dat mobile health een instrument kan zijn voor patiënten om copiloot te worden van hun eigen gezondheid. Zorgverleners van hun kant kunnen hun patiënten nog beter opvolgen en begeleiden. Het komt er nu op aan om duidelijke criteria en regels uit te werken, zodat we m-health een structurele plaats kunnen geven in onze gezondheidszorg.”
Belangrijke voordelen
- Dankzij het gebruik van de toepassingen verloopt een deel van de contacten tussen patiënt en arts via moderne communicatiemiddelen. De apps zijn dan een alternatief voor het fysieke contact met de arts. Het gaat bijvoorbeeld over raadplegingen in de geestelijke gezondheidszorg of bij de opvolging van kankerpatiënten.
- Zorgverleners beschikken over een beter want vollediger beeld van de gezondheidsparameters die mobiel worden opgevolgd, bijvoorbeeld van de bloedglucosewaarden van diabetespatiënten.
- Patiënten voelen zich beter ondersteund tijdens hun behandeling, bijvoorbeeld dankzij de permanente opvolging vanop afstand door hun zorgverleners of dankzij de ondersteuning bij het innemen van hun medicatie.
- Patiënten voelen zich nauwer betrokken bij hun behandeling doordat ze zelf toegang krijgen tot bepaalde gegevens en meer feedback krijgen.
Belangrijke aandachtspunten
- De procedure voor patiënten om zich aan te melden is vaak nog te omslachtig. De toepassingen moeten evolueren naar een licht, toegankelijk systeem dat tezelfdertijd de privacy en de veiligheid van gegevens garandeert.
- De gezondheidsinformatie die mobiel verzameld wordt mag niet “in de app” blijven steken maar moet op elk moment toegankelijk zijn voor patiënten en zorgverleners, zodat zij steeds over de meest complete gegevens kunnen beschikken.
- Sommige mobiele toepassingen zijn onvoldoende gebruiksvriendelijk, vooral voor patiënten die digitaal minder onderlegd zijn.
- Mobiele toepassingen en andere de e-gezondheidstoepassingen moeten goed op elkaar afgestemd worden, zodat bijvoorbeeld de gegevens verzameld via een app automatisch toegevoegd worden aan het elektronisch dossier van de patiënt in het ziekenhuis.
Voorgeschiedenis en toekomst
Minister De Block lanceerde de oproep voor pilootprojecten eind juni 2016. Eind vorig jaar zijn er 24 projecten geselecteerd, en die zijn dit jaar allemaal van start gegaan. In het totaal heeft de minister van Volksgezondheid hier 3,25 miljoen euro voor uitgetrokken, onder andere om de zorgverleners binnen de pilootprojecten te vergoeden en om in de nodige ondersteuning te voorzien tijdens de duur van de projecten, bijvoorbeeld op technisch vlak.
De meeste projecten lopen een halfjaar. Van sommige projecten wordt de looptijd verlengd, bijvoorbeeld als dat nodig is om voldoende data te verzamelen. De definitieve evaluatie volgt in de eerste helft van 2018, waarna het wettelijk kader uitgetekend zal worden en er zal gekeken worden of en hoe mobile health een plaats kan krijgen binnen het terugbetalingsmodel.
De pilootprojecten kaderen binnen de uitrol van het Actieplan e-Gezondheid 2015-2018. Op 14 oktober 2015 stelde minister De Block dit plan voor, samen met haar regionale collega-ministers van Volksgezondheid. Het betreft de actualisering van het eerste nationale actieplan rond e-Gezondheid, dat in 2013 werd gelanceerd maar waarin mobile health niet aan bod kwam.