Het zorgtraject kadert in het nieuwe beleid van federaal minister van Volksgezondheid Maggie De Block en haar collega’s van de deelstaten rond geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren. Voor de ontwikkeling ervan baseerden elf ADHD-experten – één per netwerk geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren –  zich op de nationale en internationale richtlijnen rond de aanpak van ADHD en op hun praktijkervaring binnen een pilootproject gefinancierd door minister De Block. Tijdens dat project leidden ze zorgverleners binnen hun netwerk ook om het behandeltraject toe te passen in de praktijk.

Om zorgverleners maar ook andere mensen uit de omgeving van kinderen en jongeren met ADHD blijvend te ondersteunen, ontwikkelden ze vervolgens een interactieve website waarop alle informatie op een bevattelijke manier uit de doeken wordt gedaan. Iedereen kan er terecht: zorgverleners, ouders, leerkrachten, maar ook andere burgers met interesse in de behandeling van ADHD of ADD. De FOD Volksgezondheid stelt dit instrument vandaag voor tijdens een studiedag.

Medicatie

Het nieuwe, aangepaste zorgpad gekoppeld aan de interactieve website moet zorgverleners ook ondersteunen bij hun voorschrijfgedrag. Het gebruik van medicatie bij de behandeling van ADHD of ADD is soms aangewezen, maar niet altijd en sowieso steeds in het kader van een breder behandelplan. Nu krijgen sommige kinderen, jongeren en jongvolwassenen met ADHD of ADD onnodig psychostimulantia voorgeschreven terwijl daar de nodige gezondheidsrisico’s aan zijn verbonden. Anderen krijgen dan weer geen medicatie hoewel ze er toch baat bij zouden hebben.

Sinds 2005 is een duidelijke stijging merkbaar in het aantal voorschriften van psychostimulantia voor de behandeling van ADHD en ADD. In 2005 werden 1,5 miljoen DDD’s (Daily Defined Doses) methylfenidaat afgeleverd voor kinderen en jongeren van 0 tot en met 18 jaar. In 2017 ging het al over bijna 5 miljoen DDD’s.

1 op 20 kinderen

ADHD en ADD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder en Attention Deficit Disorder) behoren tot de meest voorkomende neuropsychiatrische ontwikkelingsstoornissen. Ongeveer 5% van de kinderen en 3% van de volwassenen krijgen hiermee te maken. Het neurologische probleem manifesteert zich al tijdens de kindertijd, met symptomen die een serieuze impact hebben op het dagelijkse leven, zoals aandachtstoornissen, impulsiviteit en/of hyperactiviteit.