Opinie: het virus is de vijand

Laten we teruggaan naar januari – februari van dit jaar.
Een voor de wetenschap totaal onbekend virus verspreidt zich vanuit China en krijgt al gauw de proporties van een pandemie. Hoe bescherm je de bevolking en hoe organiseer je de zorg voor wie ziek wordt? Dat is de opdracht van de overheid.
Daarom hebben we van in het begin van deze gezondheidscrisis een beroep gedaan op wetenschappers om vanuit hun onderzoeksdomein en ervaring het beleid te adviseren.
Ik heb van in het begin gekozen om het beleid te baseren op de wetenschappelijke inzichten. Maar dat betekent níet dat die inzichten “in steen gebeiteld” zijn. Ook de experten worden geconfronteerd met een onbekende situatie. Dat maakte dat ze het niet altijd met elkaar eens zijn. Zoiets is niet alleen normaal, het is ook positief want het brengt een debat op gang en leidt tot betere inzichten.
Maar de tijd die je normaal gezien hebt om tot een gebalanceerd advies te komen, is er nu niet. De wetenschap moet nu noodgedwongen “voorbarige” adviezen aanreiken, waardoor er meer spanning op zit. Van de politiek wordt verwacht dat ze de knopen doorhakt.
We hebben allemaal graag duidelijkheid. Maar soms ís die er gewoon (nog) niet. En dat is soms moeilijk om te aanvaarden. Zeker als het gaat over iets met zo’n enorme impact op ons leven.
Intussen staan we negen maanden verder en is er meer kennis over het virus en de impact ervan op alle geledingen van onze maatschappij. Dat leidt automatisch tot nog meer discussie tússen verschillende domeinen en disciplines. En daar is niets mis mee. Integendeel, dat proces is belangrijk om uiteindelijk tot breed gedragen, geconsolideerde inzichten te komen. Tot een consensus.
De zenuwen staan vandaag gespannen. Bij iedereen. Bij elke stijging van de cijfers doemt het beeld op van een nieuwe lockdown met al zijn economisch, sociale en culturele gevolgen. Ik denk dat niemand de horrorbeelden uit Italië en Spanje hier in België wil terugzien, iets wat we hebben kunnen voorkomen dankzij de onafwendbare lockdown in maart en april.
Alle adviseurs, wat hun expertise en discipline ook is, beseffen dat we een nieuw evenwicht moeten vinden tussen de strijd tegen het virus en het leven met het virus. Tussen het voorkomen van de verspreiding van het virus en een “normale” samenleving waar het virus loert op elke opportuniteit om zich versneld te verspreiden.
Dat zoiets leidt tot debat is begrijpelijk, alleen verwacht ik als minister inzichten die ik kan omzetten in heldere beleidsmaatregelen.
Ik weet dat goede wetenschappers met de confrontatie van verschillende standpunten om kunnen. Dat scherpt altijd de inzichten aan en leidt, daar ben ik van overtuigd, tot nog betere inzichten.
Ik heb er dan ook vertrouwen in dat ze hier, met de nodige goede wil, op een serene manier uit zullen komen. Ik kijk alvast uit naar hun nieuwe adviezen want één ding is zeker: het virus is de vijand.