Opinie: Ter verdediging van de Belgische aanpak van het coronavirus

Er zit iets grondig scheef in de manier waarop de internationale pers over België en de Coranacrisis bericht. Vele commentatoren over de hele wereld hebben sinds de piek van de crisis in april heel veel de nadruk gelegd op ons hoge dodenaantal per hoofd van de bevolking. Daaruit concluderen ze dan dat onze aanpak van de crisis abominabel was. Een recent rapport van de Economist Intelligence Unit (EIU) rangschikte België zelfs als slechtste leerling in de klas van alle OESO-landen.
Ik heb lang nagedacht of ik al dan niet moest antwoorden op deze beschuldigingen. Maar uiteindelijk heb ik alle mogelijke overwegingen en tactische scenario’s overboord gekieperd om deze grote misleiding nu eens recht te zetten.
Het moet natuurlijk erkend worden: België was niet perfect in haar antwoord op de crisis. Hoewel we voldoende beademingsapparaten en beschermingsmiddelen voor onze ziekenhuizen uiteindelijk wisten te verzekeren, waren we er niet in geslaagd om voldoende beschermingsmateriaal aan de zorgverleners in de woon- en zorgcentra te geven. Zoals in andere landen resulteerde dit in een groot aandeel van ouderen in onze COVID-19-sterfte cijfers.
Dit zijn menselijke tragedies die we serieus moeten onderzoeken en waaruit we moeten leren.
Desondanks was België absoluut niet het slechtste land in de aanpak van de pandemie. Het virus heeft ons land inderdaad hard getroffen, maar het hoge aantal doden die aan COVID-19 gerelateerd zijn zijn eveneens het resultaat van het toegewijd tellen van onze onafhankelijke epidemiologen. Zij wilden geen enkel mogelijk slachtoffer van het coronavirus uitsluiten, ongeacht of hij of zij getest was of niet.
Dit was een moedige beslissing, gemotiveerd vanuit de wens om elke Belgische burger te beschermen tegen nieuwe potentiële uitbraken. De transparante manier waarin we onze cijfers rapporteren wordt nu nog altijd geprezen door de wetenschappelijke wereld als een goed voorbeeld van hoe andere landen het ook zouden moeten doen.
In tegenstelling tot andere landen werd België niet geconfronteerd met dramatische scènes van mensen die in de ziekenhuizen op de vloer lagen in afwachting van hun behandeling. Ook kregen we niet maken met horrorverhalen waarbij dokters zouden moeten kiezen tussen jongere of oudere patiënten. Zelfs tijdens de piek van de pandemie was de bezettingsgraad van onze Intensieve zorgen nooit hoger dan 60 percent. Hierdoor hadden onze ziekenhuispatiënten een relatief hoge kans om te overleven.
Het rapport van de EIU kan daarom niet verder afstaan van de waarheid. Het is een klassiek voorbeeld van wat er gebeurt wanneer je probeert een klassement te maken op basis van een klein aantal willekeurig gekozen criteria. Deze criteria lijken bovendien eerder geselecteerd te zijn omdat ze makkelijk te researchen waren in plaats van op hun relevantie. Hun begin- en eind data en tijdsperiodes zijn eveneens willekeurig gekozen. En dan is er ook nog een totaal gebrek aan transparantie over hun data.
Een aandachtige lezer merkt ironisch genoeg ook op: België scoort juist heel goed op al de criteria van de EIU waar je als overheid invloed over kan hebben (het zijn het aantal tests en het aanbieden van zorg die tijdens de Coronacrisis niet aan Corona gerelateerd was). De enige uitzondering is het criterium van de algemene oversterfte. En toch, zonder enige uitleg, laten ze dit criterium zonder enige grondige uitleg statistisch bijzonder zwaar doorwegen. Hierdoor beïnvloedt de oversterfte liefst bijna de helft van de uiteindelijke totale score.
Zelfs de meest standaardcriteria – die cruciaal zijn en makkelijk te berekenen, zoals de bevolkingsdichtheid van een land – komen niet voor in het EIU-model. Laat staan of er in een land een hoog aantal besmettingsclusters waren of dat het virus op vele manieren ons kleine, open en internationaal georiënteerde land binnenkwam.
We zijn vandaag meer dan twee maanden verder sinds de eerste lockdown maatregelen werden versoepeld. De virusepidemie bij ons is op zijn laatste niveau sinds de uitbraak. Tegelijkertijd zijn de Verenigde Staten nog altijd zwaar aan het worstelen om het virus onder controle te krijgen. Maar zij kregen daarentegen een score met het woordje “goed” van de EIU.
Ik ben teleurgesteld door de simplistische manier waarop er zeer vaak met statistieken over COVID-19-doden wordt omgesprongen. Met verschillende benaderingen in methodologie tussen de landen wordt geen rekening gehouden. En vergelijkingen tussen landen lijken vaak meer op een sportcompetitie dan op wat ze in essentie zijn: een menselijke tragedie. Daarvoor zijn goede wetenschappelijke analyses en kritisch, maar minutieus, onderzoek nodig.
Internationale media kunnen een enorm impact hebben op de reputatie van een land en de opvattingen van vele soorten invloedrijke mensen. Het is belangrijk dat we op onze hoede zijn voor onnauwkeurige en oneerlijke voorstellingen. Meer dan ooit hebben we een pers van hoge kwaliteit nodig die er voor zichzelf eer uithaalt om ons politici op een serieuze manier rekenschap te laten afleggen.
Dit opiniestuk verscheen op 9 juli bij Politico.