Optimale transfusies voor patiënten met een chronische bloedziekte.

Geplaatst op 10 maart, 2022 om 16:00

Een aantal mensen met chronische bloedziekten hebben regelmatig een transfusie nodig. Dat heeft een grote impact op hun levenskwaliteit. Elke maand krijgen zij een bloedtransfusie in een hospitaal.

Maggie De Block, fractieleider van Open VLD, nam deel aan een gesprekspanel ‘Blood en Beyond’ met als centrale vraag: “Hoe kunnen we de zorg voor mensen met een chronische bloedaandoening verbeteren?”

Patiënten geven aan dat ze een relatief goede levenskwaliteit hebben. Elke maand verliezen zij wel ministens een volledige dag aan de bloedtransfusie. De patiënt heeft op zo een dag een aantal bloedtesten, krijgt meerdere eenheden bloed toegediend en neemt verder ondersteunende medicatie. De grootste hoop van de patiënt is dat er een dag komt waarop een behandeling bestaat dat bloedtransfusies niet meer nodig zijn. Tot dan ijveren zij voor transfusies die zo efficiënt en kwaliteitsvol mogelijk verlopen.

Artsen op het terrein doen al het mogelijke om die bloedtransfusiezorg kwaliteitsvol te organiseren. Zij maken een onderscheid tussen de gehospitaliseerde en ambulante patiënten. Bij de eerste groep heeft de transfusie een ondersteunend karakter, bv. in de aanloop naar een operatie of het opvangen van bloedverlies tijdens een operatie. Met Patient Blood Management (PBM) technieken kan deze vorm van transfusies enorm geoptimaliseerd worden.

Bij ambulante patiënten met een chronische bloedaandoening die een dag naar het ziekenhuis gaan voor een bloedtransfusie, is het hoofddoel de levenskwaliteit van de patiënt. Belangrijk voor hen is dat de doorstroming zo efficiënt mogelijk is. De impact van de transfusie op het dagelijks leven moet zo minimaal mogelijk zijn. Artsen denken hier aan een beter afstemming tussen de voorbereidende testen en de therapie. De nodige voorbereidende kruistesten en de bloedtransfusie kunnen dermate georganiseerd worden zodat ze nauwer op elkaar aansluiten.

Het gesprekspanel dat bestond uit een patiënt, zorgverstrekkers en beleidsmakers, evalueerde ook de vraag of in de nabije toekomst bloedtransfusies in de thuisomgeving mogelijk zijn. Hier uitten de panelisten voorbehoud.

Artsen geven aan dat een slechte reactie van de patiënt op de transfusie steeds mogelijk is. In dat geval telt iedere seconde om in een intensieve zorg op een gepaste manier te kunnen reageren. Dat lukt niet in de thuisomgeving.

De Block voegt daar aan toe dat thuis bloed toedienen ook heel wat logistieke vragen oproept.  Er is nood aan veilig transport, de koele bewaring van bloed, de voorafgaande kruistesten en de supervisie van het behandelingsproces.

Maggie De Block stelt de vraag naar kwaliteit van de patiënt voorop. “We moeten bloedtransfusies organiseren binnen de context van de ruimere zorgnood van de patiënt. Niet enkel de behandeling is van belang, maar ook de vraag naar competente diagnostiek en de psychosociale ondersteuning van de patiënt.” Om deze omvattende zorg te verwezenlijken werd in de voorbije legislatuur ingezet op de uitbouw van expertisecentra.

In de nabije toekomst moeten in het kader van de ziekenhuisnetwerken patiënten hun bloedtransfusie zo optimaal mogelijk in een nabijgelegen perifere ziekenhuis krijgen. “Samenwerking tussen de expertisecentra voor chronische bloedziekten en lokale ziekenhuizen voor de bloedtransfusie is cruciaal,” zo concludeert Maggie De Block. “De bloedtransfusie gebeurt het liefst in een ziekenhuisomgeving, maximaal afgestemd op de noden van de patiënt en is gericht op zijn levenskwaliteit.”