Volksgezondheid kan binnenkort beslag leggen op alcoholhoudende drank in bezit van minderjarige

Geplaatst op 24 juni, 2016 om 00:00

Maggie De Block heeft op de ministerraad vandaag groen licht gekregen voor een reeks wetsaanpassingen in de sector van de gezondheidszorg. Volgens dit wetsontwerp met diverse bepalingen zullen inspecteurs van Volksgezondheid in de toekomst beslag kunnen leggen op de alcoholhoudende dranken die een minderjarige bij zich heeft.

Het wetsontwerp bepaalt ook dat de farmaceutische industrie en de industrie van medische hulpmiddelen jaarlijks een rapport moeten publiceren met alle schenkingen en voordelen die ze aan zorgverstrekkers en bijvoorbeeld aan patiëntenorganisaties hebben toegekend. Dit voorstel, ook wel de “Sunshine act” genoemd naar de Amerikaanse wet van 2010, houdt eveneens sancties in. Het wetsontwerp past meerdere wetten aan en creëert voor sommige zaken een nieuwe wettelijke basis. Het gaat nu naar de Raad van State voor advies en wordt daarna besproken in het parlement.

 « Sunshine act » : meer transparantie

Het wetsontwerp dat vandaag is goedgekeurd, legt de wettelijke basis voor de transparantieplicht voor farmaceutische bedrijven. In het Toekomstpact dat minister De Block in juli 2015 sloot met de farmaceutische industrie, werden daar afspraken over gemaakt. De Amerikaanse wet “Physician Payments Sunshine provision” van 2010, beter bekend als “Sunshine Act”, diende als inspiratie.

Vanaf 2017 zullen farmaceutische bedrijven alle schenkingen en voordelen (in geld of in natura) die ze toekennen aan professionals en organisaties uit de gezondheidszorg moeten publiceren op de website betransparent.be. De bedoeling is ook om de kwaliteit van de informatie over geneesmiddelen te garanderen. Het federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (fagg) zal bevoegd zijn om controles uit te voeren en eventuele sancties op te leggen. Het administratief beheer van de website kan het fagg uitbesteden aan een derde.

Alcoholcontroles minderjarigen

Minister De Block verduidelijkt in het wetsontwerp ook de bevoegdheden van de inspecteurs van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid wat betreft alcoholcontroles bij minderjarigen. De wetgeving op “de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het vlak van de voedingsmiddelen en andere producten” wijzigt. Het verbod op het schenken van alcohol aan min-zestienjarigen en sterke drank aan min-achttienjarigen wordt verduidelijkt.

De inspecteurs kunnen daardoor supermarkten ter verantwoording roepen als ze minderjarigen tijdens degustatiemomenten alcohol of sterke drank serveren. Daarnaast kunnen de inspecteurs ook de identiteitskaart vragen van minderjarigen en beslag leggen op de alcoholhoudende dranken die een minderjarige bij zich heeft.

Betere toegang tot maximumfactuur

Het wetsontwerp van minister De Block versoepelt de toegang tot de maximumfactuur (MAF) voor mensen wiens inkomen onder een bepaald plafond blijft. De wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (de GVU-wet 1994) wordt aangepast. De maximumfactuur biedt aan elk gezin de garantie dat het niet meer dan een vastgelegd maximumbedrag per jaar moet uitgeven voor gezondheidszorgen.

Voor personen met recht op een verhoogde tegemoetkoming is dat bedrag vastgelegd op 450 euro; voor andere mensen varieert het bedrag naargelang van het jaarlijkse netto belastbaar inkomen van het gezin. Op dit moment wordt de MAF onder meer bepaald op basis van het netto gezinsinkomen van drie jaar geleden. Maar het is mogelijk om daar in bepaalde welomschreven situaties van af te wijken en alsnog het recht op de MAF aan te vragen bij het ziekenfonds, bijvoorbeeld bij een stopzetting van de beroepsactiviteit of bij een periode van werkloosheid van minimum zes maanden. Uitgangspunt is dat het inkomen in die situaties vermindert.

De wetswijziging die vandaag is goedgekeurd door de ministerraad gaat verder. Iedereen die haar of zijn inkomen ziet verminderen tot onder een bepaald plafond, zal een herberekening kunnen aanvragen om zo recht te kunnen krijgen op de MAF. Er moet niet langer sprake zijn van een specifieke situatie.

Gedemedicaliseerde tests

Minister De Block wil ervoor zorgen dat personen die geen zorgprofessional zijn, toch bepaalde oriënterende diagnostische testen –  zoals sommige hiv-testen –  kunnen afnemen. Momenteel valt dit onder de onwettige uitoefening van de geneeskunde, volgens de wet op de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen van 10 mei 2015 (WUG-wet). Het wetsontwerp van minister De Block voorziet in een afwijking van de WUG-wet.

Het voorstel tot wetsaanpassing is het resultaat van een bespreking in de parlementaire commissie Volksgezondheid. De commissie heeft de voorwaarden voor de gedemedicaliseerde hiv-test unaniem goedgekeurd op 12 april 2016; het parlement deed dit op 28 april. Op de wetsaanpassing moeten nog uitvoeringsbesluiten volgen vooraleer de nieuwe regeling van kracht kan worden.

Sociaal statuut voor verpleegkundigen

Op 11 januari 2016 besliste het Verzekeringscomité van het Riziv op voorstel van minister De Block en in overleg met de zorgverstrekkers en met de ziekenfondsen, om paramedische beroepen zoals zelfstandig verpleegkundigen, vroedvrouwen, logopedisten en kinesitherapeuten extra steun toe te kennen. Er werd hiervoor 10 miljoen euro ingeschreven in de gezondheidszorgbegroting 2016. Voor zelfstandig verpleegkundigen is die steun nu uitgewerkt in de vorm van een sociaal statuut wat bijvoorbeeld het opbouwen van pensioenrechten inhoudt.

Het wetsontwerp dat vandaag is goedgekeurd, legt de wettelijke basis voor dit sociaal statuut. De wet betreffende de verplichte verzekering voor  geneeskundige verzorging en uitkeringen (de GVU-wet 1994) wordt hiervoor aangepast. Dit statuut kan deze zorgverleners ook aanmoedigen om een conventie af te sluiten, wat de patiënt meer tariefzekerheid zou geven.

Elektronisch medisch dossier verplicht

Om de best mogelijke kwaliteit van zorg te verzekeren en om de patiënt correct te informeren, zullen huisartsen de medische gegevens over hun patiënten vanaf nu verplicht moeten registreren in een elektronisch medisch dossier (EMD). Ze zullen hiervoor gebruik moeten maken van een gecertificeerd softwarepakket. De verplichting wordt progressief ingevoerd om huisartsen die het niet gewoon zijn om met een softwarepakket te werken, de nodige tijd te geven om zich aan te passen. Voor nieuwe huisartsen is de elektronische registratie verplicht vanaf 1 januari 2017, voor anderen treedt de verplichting ten laatste in 2020 in werking.

Het gebruik van een EMD moet de zorgcontinuïteit verzekeren. Het delen van informatie met andere zorgverleners is essentieel in het kader van interdisciplinaire zorg. De medische gegevens kunnen gedeeld worden met spoeddiensten, wachtposten of met specialisten, bijvoorbeeld bij een ziekenhuisopname. De voorwaarde is wel dat de patiënt daar op voorhand zijn of haar geïnformeerde toestemming voor heeft gegeven. Deze maatregel maakt deel uit van het Actieplan e-Gezondheidszorg 2013-2018, dat in oktober 2015 werd voorgesteld. Door het wetsvoorstel wordt de wet betreffende de verplichte verzekering voor  geneeskundige verzorging en uitkeringen (de GVU-wet 1994) wordt aangepast.

Ziekenhuiswet genderneutraal

De gecoördineerde wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen wordt genderneutraal. Overal zal “geneesheer” vervangen worden door “arts”. De genderneutraliteit is eerder al doorgevoerd in de wet op de uitoefening van de gezondheidsberoepen (10 mei 2015) en bij de Orde der Artsen.

Onderzoekstermijn van geneesheren-inspecteurs verlengd

Het wetsontwerp verbreedt ook de wet betreffende de verplichte verzekering voor  geneeskundige verzorging en uitkeringen (de GVU-wet 1994) wat betreft de bevoegdheid van de geneesheren-inspecteurs van de Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC). De onderzoekstermijn van deze controle-artsen wordt verlengd van 2 naar 3 jaar. Dit geeft de DGEC de mogelijkheid om artsen die niet correct attesteren, grondiger te controleren. De nieuwe termijn komt ook overeen met die van andere inspectiediensten zoals de btw-inspectie en de fiscale inspectie. Deze maatregel kadert in de strijd van minister De Block tegen fraude en oneigenlijk gebruik in de gezondheidszorg.