Plan Evidence-Based Practice brengt meest aangewezen zorg tot bij de patiënt
Geplaatst op 25 september, 2017 om 10:00Minister van Volksgezondheid Maggie De Block lanceert het plan Evidence-Based Practice om ervoor te zorgen dat de meest aangewezen zorg tot bij de patiënt geraakt. Evidence-based betekent dat je bij de zorg voor een patiënt rekening houdt met wetenschappelijk bewijs, met je ervaring als zorgverstrekker én met de waarden en voorkeur van je patiënt. Het gaat hierbij zowel over behandelingen met als zonder geneesmiddelen in de eerstelijnsgezondheidszorg.
Maggie De Block: “De evidence-based richtlijnen die momenteel bestaan worden zeer versnipperd ontwikkeld en verspreid. Via dit plan coördineren, stroomlijnen en versterken we dit proces zodat zorgverstrekkers hun gedrag daadwerkelijk aanpassen ten voordele van de patiënten.”
In België lopen verschillende initiatieven rond evidence-based practice, maar die zijn niet op elkaar afgestemd. Hierdoor geraken ze onvoldoende tot bij de zorgverstrekkers.
De bestaande projecten werken ook te vaak rond één enkel luik van de zorg voor de patiënt in plaats van alle verschillende facetten te belichten. Een arts krijgt bijvoorbeeld enkel informatie over het evidence-based gebruik van een antidepressivum zonder rekening te houden met de algemene EBP-richtlijn voor behandeling van depressies. Die richtlijn stelt onder andere dat bij milde of matige depressies medicijnen niet aangewezen zijn maar dat de patiënt beter geholpen wordt door verwijzing naar een psycholoog.
Zes fasen
In de ontwikkeling van een richtlijn onderscheidt het EBP-plan zes fasen die centraal gecoördineerd dienen te worden. Het plan start met richtlijnen voor de eerstelijnsgezondheidszorg. Later kan dit uitgebreid worden naar de tweede lijn.
1. Prioritering: de stakeholders leggen onderwerpen voor evidence-based richtlijnen op tafel. De onderwerpen worden beoordeeld en prioriteiten worden bepaald.
2. Ontwikkeling: eens beslist is dat een richtlijn prioritair is, wordt ze ontwikkeld door een organisatie die de nodige knowhow in huis heeft. Een bestaande richtlijn kan eventueel aangepast worden.
3. Validatie: de experten gaan na of de richtlijn correct is ontwikkeld.
4. Verspreiding: de richtlijn wordt zo doeltreffend mogelijk verspreid. Daartoe zal er één enkele website gebruikt worden in plaats van verschillende aparte sites. Zo krijgen zorgverstrekkers snel en eenvoudig zicht op alle mogelijke alternatieven voor de behandeling van hun patiënt.
5. Implementatie: er wordt voor gezorgd dat zorgverstrekkers de richtlijn toepassen in hun dagelijkse praktijk.
6. Evaluatie: een partner van het EBP-plan gaat na of de verschillende fasen van het plan goed verlopen zijn en/of er verbetering mogelijk is.
Het EBP-budget van ongeveer 7 miljoen euro (eenmalige projecten uitgezonderd) is momenteel erg versnipperd. Door alle initiatieven te bundelen, kunnen we met ditzelfde budget veel meer bereiken voor de patiënt.
Partners
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft in juli 2017 een adviesrapport uitgebracht over het EBP-plan. Het plan houdt rekening met het KCE-advies. Vorige week heeft minister De Block de vaste partners voor het project aangeschreven en ingelicht over het de organisatie van het plan.
De leiding van het EBP-plan komt in handen van een de EBP-stuurgroep die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de FOD Volksgezondheid, het Riziv, het FAGG, het KCE en de beleidscel van de federale minister van Volksgezondheid. De aansturing van het EBP-programma op het terrein komt in handen van een onafhankelijke organisatie die de werking van het volledige netwerk van de EBP-organisaties zal stimuleren. In afwachting van de oprichting van deze onafhankelijke organisatie neemt het KCE deze taak op zich.
Voor elke van de zes fasen duidt het plan een vaste partner aan. Daarbij gaat de voorkeur uit naar bestaande organisaties die de nodige expertise in huis hebben. De andere EBP-partners zullen op de verschillende projecten kunnen intekenen.
Start in 2018
De uitvoering van het EBP-plan vangt aan in 2018. In 2017 wordt intussen voortgewerkt aan een reeks specifieke acties voor de verdere ondersteuning van kwaliteit en evidence-based practice, onder andere rond de aanpak van depressie en medische beeldvorming.